Vanaf de zijlijn: Bespiegelingen over de gemeentepolitiek
Zijn twee dochters hebben beiden niks met politiek, zelf heeft hij veel scholen doorlopen, maar vond zijn schooltijd een rottijd: Ruben van Druiten. “Ik ben opgegroeid in Ede Veldhuizen B. Ik ken deze wijk en heb er nog steeds een fascinatie voor. Mijn vader was een kleine ondernemer met een eigen parketzaak en altijd weg van huis. Mijn moeder zorgde voor de kinderen. Ik heb een anderhalf jaar jongere broer en een tien jaar jongere zus. Ik ben gek op heavy metal en geschiedenis. In mijn jeugd en ouderlijk huis was politiek geen onderwerp van gesprek. Ik ben apolitiek opgevoed. Politiek is vooral boeiend door het gedoe er omheen.
“Politiek is eigenlijk te reduceren tot keuzes vanuit bepaalde uitgangspunten en overtuigingen. De inhoudelijke kant is vaak ook technisch van aard en wordt gemaakt door geschoolde vakmensen. Het verbeteren hiervan is praktisch onmogelijk, maar het vertalen naar de democratische uitgangspunten en langs een ideologische meetlat leggen is een leuke bezigheid. Ik ben geïnteresseerd geraakt door Pim Fortuyn in 2002. Die campagne waarbij voor het eerst de discussie gevoerd werd over de problemen door de multiculturele samenleving hebben opgeleverd en werd mijn interesse aangewakkerd om zelf de politiek in te gaan. Dat was in 2006 nog met een liberaal programma. In 2010 had ik de moed verzameld om met een controversiële rechtsere overtuiging mee te durven doen.”
De geboren en getogen Edenaar is fraude-analist en controleert creditcard betalingen voor een bank. “Ik weet niet of ik dit werk wil blijven doen, anderzijds is het raadslid zijn een manier om meerdere vaardigheden eigen te maken en is de vrijheid van een eigen politieke partij behalve door ondernemerschap nooit bij een andere werkgever te evenaren. Als je dan toch werk moet hebben dan valt het mijne best mee. Ik ben geen ideologische werker, het is noodzakelijk om in je bestaansonderhoud te voorzien.”
Samen met Natasja Peters heeft hij in 2005 een partij opgericht in: Burgerbelangen Ede. Meegedaan in 2006. Niet gelukt. Met een rechts Fortuynistisch geluid meegedaan in 2010 en destijds één zetel behaald. “Vanaf 2014 bezetten we twee zetels in de gemeenteraad van Ede en hopelijk hebben we hetzelfde of een beter resultaat in 2022 de komende gemeenteraadsverkiezingen en is het afwachten. Het is de kunst om politiek interessant te maken voor mensen die er niks vanaf weten of hier geen interesse in hebben. Mijn opvattingen liggen niet vast. Ik ga om met mensen die ik mag, dit staat los van religie en politieke overtuigingen.”
“Mijn eerste bijdrage en maidenspeech in 2010 ging over de lening van 2 miljoen aan Cinemec. Uiteindelijk ging ik hiermee schoorvoetend akkoord.” “Het is moeilijk om op basis van ideologische keuzes een voorstel gewijzigd te krijgen. Dit komt omdat je politieke drijfveren je onderscheidende standpunten zijn waar het juist lastig mee is om op één lijn met anderen te zitten. Behaalde punten voor ons zelf als partij zijn het gratis parkeren na 18 uur s ’avonds. Het aanbrengen van de Nederlandse vlag in de raadszaal. Het verbod tot sissen en aanstootgevende gebaren en opdringerig zijn die nu strafbaar zijn en het slachtoffer niet eerst op vervolging hoeft af te wachten, maar de overtreder zich moet verantwoorden. Dit zijn punten die onze partij behaalt heeft.”
De aankopen van de kazerneterreinen is in de ogen van het raadslid een goede keus geweest. “Hier was destijds door sommige partijen zoals D66 veel kritiek op. Een D66-raadslid noemde de Veluwse poort in 2011 terminaal ziek en betitelde dit als de Joint Strike Fighter-wijk van Ede. De rentelast hiervan drukte tijdens de bouwcrisis behoorlijk op de begroting. Wij waren altijd positief over deze beslissing en nu is deze locatie een van de parels van Ede. We hebben ons destijds hard gemaakt voor behoud van de monumentale stallen. We werden weggehoond en ons voorstel werd niet gehonoreerd, echter is er tegenwoordig het een en ander bewaard gebleven. De Enka wijk is een wijk waar de gemeente Ede wel heeft laten zien gevoel te hebben voor cultuurhistorie. De plannen voor het WFC Experience zien we als een komende mislukking. Ik hoop dat ik hier ongelijk in krijg, maar ik vrees dit niet de potentie heeft om succesvol te zijn. In Ede heerst er een tomeloze drang om van alles te willen doen en is het makkelijk om van gemeenschapsgeld allerlei ideeën te realiseren, maar ik zie de wethouders zelf niet persoonlijk investeren met eigen geld. Dan is men stukken voorzichtiger. De scheppingsdrang zit er in bestuurlijk Ede goed in. Dat heeft voor- en nadelen. De sluitpost is helaas het groenonderhoud in de openbare ruimte, dit spreekt minder tot de verbeelding.”
“Ik besef mij dat ik in het politieke landschap niet het verschil maak. Het dieptepunt vond ik met de koopzondag dat Bennekom niet werd meegenomen omdat dit een principekwestie was van een van de raadsleden van een voormalig referendum minnende partij. Egootjes zijn belangrijk. Een ander dieptepunt was de komst van een Zonneveld. Een raadslid van de ChristenUnie dat eerst aangaf niet mee te stemmen vanuit persoonlijke belang en zich later bedenkt omdat het voorstel het niet haalt. Dit straalt af op de hele politiek. Opzienbarend was het voornemen om asielzoekerscentra hier te vestigen. Ede moest zo nodig zelf zijn nek uitsteken om dit proactief aan te bieden. Een wedstrijdje wie is het meest sociaal en voor wie er op kosten van de maatschappij een stoel in de hemel wil verdienen. Zo voelde dit. De tweedeling wordt vooral door linkse politici gecreëerd en in stand gehouden.”
De fractievoorzitter van Burgerbelangen vind de gemeenteraad geen echte afspiegeling van de Edese bevolking. “Dat komt denk ik door de aard van politiek en de mensen die dit aantrekt. Het spreekt weinig tot de verbeelding bij niet geïnteresseerden en veel mensen denken dat zij dit niet kunnen. Het is makkelijk om verdraagzaamheid te propageren en zelf in een omgeving te wonen waar je verschoont bent van al deze dagelijkse ongemakken. Dit maakt je wereldvreemd. Tegelijkertijd kenmerkt de gemeenteraad van Ede zich door goede omgangsvormen onderling. Dit is een groot goed, zowel onze burgemeester Verhulst als voormalig burgemeester Cees van der Knaap gaven een goed gezicht aan bestuurlijk Ede. In die zin is Ede een goede gemeente, zowel bestuurlijk als om in te wonen.”
Een zeldzame foto op de fiets 2012 met aan de rechterzijde Evert van Milligen (VVD) op de kazerneterreinen van Ede.
“Een opvallende verschijning vond ik Evert van Milligen, destijds wethouder en raadslid van de VVD. Met uitspraken zoals: ‘De gemeente denkt dat zij een bank is door allemaal geld op de rekening te zetten.’ Ik houd van die bravoure. ‘Als je geen auto’s voor de deur wil moet je in Australië gaan wonen.’ zei hij ooit tegen omwonenden van het Openluchttheater. Ergens mag ik dit wel, het is onbehouwen en weinig sensitief maar duidelijk en direct. Ik kan genieten van de bijdrages van Raşit Görgülü van DKE die uit zijn hoofd speecht. Een vaardigheid die ik ook heb, maar ik waar ik mijn meerdere moet erkennen in zijn manier van speechen.”
“Ik kan mij herinneren hoe ik een van die verveelde vergaderingen in 2010 op de bezoekerstribune koffie rond ben gaan brengen. In de beginperiode hadden we alle vergaderingen dicht op elkaar zitten. Drie weken niks en vervolgens in een week vier lange vergaderingen vier avonden achtereenvolgend. Dat had geen enkele zin en betekende voor mij als eenmansfractie destijds uren uitzitten. Ik ben toen maar opgestaan om de benen te strekken en boven koffie gaan rondbrengen.”
De invoering van de koopzondag en de opvang van asielzoekers in 2016 hebben het meest indruk gemaakt op de politicus. “Twee onderwerpen die controversieel zijn en voor het stadhuis staan nu grote betonnen bloembakken omdat men vreesde dat de pui er werd uitgereden. De discussie was typisch Ede. De verschillende geluiden kunnen naast elkaar bestaan. Het beleidsplan van Ede 2025 dat in 2012 werd vastgesteld was het leukst. Filosoferen over waar Ede naartoe gaat.”
“Voor de toekomst hoop ik dat we de goede sfeer behouden en nieuwkomers met afwijkende meningen vriendelijk tegemoet treden. En als corona voorbij is de handdruk aan het begin van de raadsvergaderingen weer toe te passen. Nog zoiets is om jezelf niet serieus te nemen. Je ziet sommige mensen veranderen. Mensen komen onwennig als fractievolger binnen en transformeren tot arrogante kwezels. Die gaan helemaal op in hun rol en denken dat zij het verschil maken. De raadszaal is een schijnwereld en een decor dat meer weg heeft van een theater. Het is de democratische legitimiteit, de vertaling van de ongenoegens van burgers. Je kunt denken dat je iets bent, maar dat ben je niet. Je maakt geen verschil in deze wereld, hooguit marginaal en niet van betekenis. Het is gegeven door de kiezer. Ik vind het vooral leuk om te doen, maak plezier en relativeer alles. Dan blijft het leuk en soms zelfs nuttig. Verbittering is de grootste vijand van een raadslid. Veel politieke partijen verkiezen ineens nieuwkomers en laten goede krachten gaan. Laat de arrogantie van de macht varen.”
“Een rol in de oppositie kan ik iedereen aanraden, het maakt je nederiger en laat je beter met teleurstellingen omgaan, tegelijkertijd is het frustrerend omdat veel voorstellen al afgetikt zijn en de coalitiepartijen onderling zaken afstemmen. Het lijkt het meer een kwestie van gunnen, en kunnen vooral collegepartijen onderling succesjes verzilveren. Dat zag je bijvoorbeeld terug toen de SGP een voorstel deed over lokale binding voor huizenkopers in Ede werden ze weggehoond en vervolgens Gemeentebelangen een paar maanden praktisch hetzelfde voorstel deed en er wel een raadsmeerderheid volgde. Dit soort acties (meestal vlak voor de verkiezingen) zijn doorzichtig. Helaas werkt dit bij grote groepen kiezers.”
“Ik pleit voor een vrije opzet, laat het college vooral een uitvoerend orgaan zijn. De nieuwe bestuurscultuur wordt enkel bij het aangaan van een nieuwe periode gepredikt, dan wekt men de suggestie, maar in werkelijkheid is het een voortzetting van de oude handelswijze. Ik dacht slim te zijn om de uitgestoken hand in 2018 van dit college om zaken voor het bestuursakkoord aan te dragen aan te nemen. Zo heb ik voor het convenant aangedragen het culturele erfgoed in kaart te brengen gebouwd tussen 1965 en 1985 om toekomstig erfgoed in kaart te brengen. Dit werd keurig overgenomen en vervolgens werd dit niet uitgevoerd en geschrapt deze periode. Gezien de honderden miljoenen begroting is het schrappen van een luttele kostenpost indirect een minachting voor voorstellen gedaan door de oppositie. Het tekent de verhoudingen in de raad. Voorbeeld zag je bij de laatste begroting waarbij de ChristenUnie aangaf elke aanpassing te weigeren. Elk constructief voorstel van de oppositie werd bij voorbaat niet gesteund. Deze afgelopen raadsperiode is in mijn ogen de meest treurige. Ik vrees dat volgende periode weer hetzelfde gaat gebeuren. Het blijft oude wijn in nieuwe zakken. Ik hoop dan ook dat de kiezer ons een mandaat geeft om mee te kunnen doen. Hopelijk blijf ik dan mijzelf, dit is en blijft het grootste goed. Authenticiteit.”